Statuten

                    

 

Stichting Erfgoed Amstelland

Statuten

 

1

 

33.268/HB

 

STICHTING

 

Heden, negenentwintig augustus tweeduizend dertien, kompareerden voor mij, mr. ----------

Hendrik Bellaar, notaris te Amstelveen: --------------------------------------------------------------------

1.  de heer Rudolf Pieter Siekerman, wonende Liendenhof 212, 1108 HN ---------------------

    Amsterdam, geboren te Amsterdam op twaalf april negentienhonderd vierenveertig, -----

    in het bezit van zijn paspoort genummerd NY9HJ0CF7 en gehuwd; en -----------------------

2. de heer Peter van Schaik, wonende Amsteldijk Zuid 107-A, 1186 VH Amstelveen, ------

    geboren te Nieuwer-Amstel op éénentwintig november negentienhonderd -------------------

    negenentwintig, in het bezit van zijn verlopen rijbewijs genummerd 4800237107, ---------

    ongehuwd en niet gehuwd geweest, geen geregistreerd partner of als zodanig ------------

    geregistreerd geweest. -------------------------------------------------------------------------------------

De komparanten verklaarden bij deze op te richten een stichting, welke met het daartoe ---

bestemd vermogen na te melden doel tracht te verwezenlijken en wordt geregeerd door de

volgende statuten, te weten: ----------------------------------------------------------------------------------

NAAM EN ZETEL -----------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 1. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  De stichting draagt de naam: “Stichting Erfgoed Amstelland”. ------------------------------

2.  Zij heeft haar zetel in de gemeente Ouder-Amstel. -------------------------------------------------

DOEL EN MIDDELEN ------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 2. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  De stichting stelt zich ten doel het beschermen en voor publiek toegankelijk maken –----

    en/of houden van voor de historie van het middeleeuws grondgebied van Ouder ----------

    Amstel van belang zijnde goederen en het bij de inwoners van voormeld --------------------

    grondgebied bevorderen van belangstelling voor onder- en bovengronds erfgoed in ------

    hun leefomgeving. -------------------------------------------------------------------------------------------

    De stichting heeft geen winstoogmerk. -----------------------------------------------------------------

2.  De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken: -------------------------------------

    a.  door het verwerven, beheren en exploiteren van goederen welke in het kader ---------

        van haar doelstelling bescherming behoeven, waartoe bij de aanvang van de -----------

        stichting behoort de verwerving van een schilderij op paneel, voorstellende --------------

        “Gezicht op de Kerk en de Lange Brug te Ouderkerk” toegeschreven aan ----------------

        Jacobus Storck en vervaardigd in het derde kwart van de zeventiende eeuw; -----------

    b.  door het voor publiek toegankelijk maken van de aan de stichting toebehorende ------

        goederen, door middel van het tentoon- of openstellen; ----------------------------------------

    c.  door het leggen en onderhouden van contacten met derden die een aan het doel -----

        der stichting rakend belang nastreven; --------------------------------------------------------------

    d.  door het verwerven, beheren en exploiteren van financiële middelen en andere -------

        goederen, welke in het kader van haar doelstelling worden aangewend; en --------------

    e.  met alle andere wettige middelen, welke – naar het oordeel van haar bestuur - --------

        tot het bereiken van het door haar gestelde doel bevorderlijk kunnen zijn. ----------------

GELDMIDDELEN ------------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 3. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

                                                                           2

 

1.  De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: -------------------------------------------------------

    a.  vergoedingen, subsidies en donaties; --------------------------------------------------------------

    b.  schenkingen, legaten en erfstellingen, welke laatste uitsluitend onder het ---------------

        voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard; ---------------------------------

    c.  inkomsten uit eigen vermogen; en -------------------------------------------------------------------

    d.  de eventuele andere – haar toevallende – baten. -----------------------------------------------

2.  De aan de stichting opkomende schenkingen, legaten en erfstellingen, waaraan ---------

    bijzondere voorwaarden en/of lasten zijn verbonden, kunnen slechts door haar ------------

    worden aanvaard bij besluit van haar bestuur, genomen met algemene stemmen. --------

BESTUUR ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 4. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit een door haar bestuur te --

    bepalen aantal – van ten minste vijf – natuurlijke personen, die op na te melden wijze ---

    worden benoemd en geen bloed- of aanverwant van elkander zijn, te weten: ---------------

    a.  één lid benoemd door de Gemeente Ouder-Amstel; --------------------------------------------

    b.  één lid benoemd door de Historische Vereniging Wolfgerus van Aemstel; ---------------

    c.  één lid benoemd door de Stichting Historisch Museum Ouder-Amstel; --------------------

    d.  één lid benoemd door de Stichting Promotie Ouder-Amstel; en -----------------------------

    e.  één lid benoemd door het Cultuurplatform Ouder-Amstel. ------------------------------------

2.  De benoeming van de hiervoor in lid 1 bedoelde bestuurders geschiedt voor een ---------

    periode van vier jaren. --------------------------------------------------------------------------------------

    Het bestuur stelt een rooster van aftreden vast, krachtens hetwelk elk jaar één ------------

    bestuurslid aftreedt. ------------------------------------------------------------------------------------------

    De aftredende is terstond door het desbetreffende hiervoor in lid 1 bedoelde ---------------

    benoemend orgaan eenmaal opnieuw benoembaar. -----------------------------------------------

    Het bestuur blijft wettig geconstitueerd ook al is zijn ledental tijdelijk beneden het ---------

    aantal van vijf gedaald. -------------------------------------------------------------------------------------

3. Tenzij het bestuur anders besluit, wordt in ontstane vacatures door de zorg van het ------

    bestuur zo spoedig mogelijk door het desbetreffende benoemend orgaan voorzien, ------

    met dien verstande evenwel dat een door het bestuur ontslagen bestuurslid niet ----------

    opnieuw kan worden benoemd. Het bestuur zal echter alleen kunnen besluiten in ---------

    een vacature niet te voorzien, indien het bestuur ten minste uit vijf leden bestaat.----------

4.  Het bestuur kan één of meer personen uitnodigen om als adviserend lid toe te treden --

    tot het bestuur. Adviserende leden hebben geen stemrecht. -------------------------------------

Artikel 5. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden alszodanig. Zij kunnen --

zonodig recht doen gelden op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun -------

functie te maken kosten. ---------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 6. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door: ---------------------------------------------------------

a.  overlijden; -----------------------------------------------------------------------------------------------------

b.  bedanken, hetgeen door het desbetreffende bestuurslid door middel van een -------------

    schriftelijke kennisgeving gericht aan het bestuur dient te geschieden; ------------------------

c.  faillissement, ondercuratele- of onderbewindstelling; ----------------------------------------------

d.  periodiek aftreden; ------------------------------------------------------------------------------------------

e.  ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuurders; en -------------------------------

f.  ontslag door de rechtbank op grond van artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk --------------

    Wetboek. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

                                                                           3

 

Artikel 7. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  Tot ontslag van een bestuurslid kan worden besloten in een uitsluitend of mede ----------

    daartoe gehouden bestuursvergadering, waarin - afgezien van het desbetreffende lid ----

    - allen aanwezig zijn. Het besluit tot ontslag dient te worden genomen met een ------------

    meerderheid van ten minste twee/derde gedeelte der geldig uitgebrachte stemmen. -----

2.  Is in voorbedoelde vergadering niet het vereiste aantal bestuursleden aanwezig, dan ---

    zal binnen één maand daarna een tweede vergadering worden gehouden, waarin --------

    ongeacht het alsdan aanwezige aantal bestuursleden het besluit tot ontslag kan ----------

    worden genomen, mits met algemene stemmen. ----------------------------------------------------

3.  Een bestuurslid, wiens ontslag aan de orde is gesteld, zal in de gelegenheid worden ----

    gesteld om zich in de desbetreffende vergadering(en) te verantwoorden en/of te ----------

    verdedigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------

    Indien het desbetreffende bestuurslid in voorbedoelde vergadering aanwezig is, zal ------

    hij aan bedoelde stemmingen niet kunnen deelnemen. --------------------------------------------

TAAK EN BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR ----------------------------------------------------

Artikel 8. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  Het bestuur behartigt de belangen van de stichting in de ruimste zin van het woord ------

    en is, met inachtneming van de bepalingen van deze statuten, bevoegd tot het ------------

    verrichten van alle daden van beheer en beschikking. ---------------------------------------------

    Het bestuur is mitsdien ook bevoegd te besluiten tot het aangaan van ------------------------

    overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen --------

    en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of --------------

    hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot ---------

    zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. ---------------------------------------

2.  Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een -----------------------

    penningmeester. Beide laatstgenoemde functies zijn in één persoon verenigbaar. ---------

3.  Het bestuur kan, onder nader door dat bestuur te stellen voorwaarden, één of meer -----

    van zijn bevoegdheden delegeren aan een of meer door het bestuur in te stellen ---------

    commissies. ---------------------------------------------------------------------------------------------------

DAGELIJKSE LEIDING EN VERTEGENWOORDIGING ---------------------------------------------

Artikel 9. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  De voorzitter en secretaris zijn belast met de dagelijkse leiding van de stichting en ------

    met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het bestuur. -------------------------

2.  De stichting wordt vertegenwoordigd door haar bestuur. -----------------------------------------

    Bovendien kan de stichting worden vertegenwoordigd door twee leden van het ------------

    bestuur gezamenlijk, bij voorkeur de voorzitter en secretaris, doch uitsluitend ter ----------

    uitvoering van door het bestuur genomen besluiten. ------------------------------------------------

VERGADERINGEN ---------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 10. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het bestuur -------

    dit nodig acht, doch ten minste twee maal per jaar en in elk geval éénmaal binnen --------

    zes maanden na afloop van het boekjaar. -------------------------------------------------------------

2.  In de binnen zes maanden na afloop van het boekjaar te houden vergadering van het --

    bestuur - genaamd: "de jaarvergadering" - wordt: ---------------------------------------------------

    a.  door de secretaris verslag uitgebracht over de gang van zaken in het afgelopen ------

        boekjaar; ----------------------------------------------------------------------------------------------------

    b.  door de penningmeester, onder overlegging van de jaarrekening, omvattende ---------

        een balans en een resultatenrekening en een toelichting op die cijfers, zomede --------

 

 

                                                                          4

 

        van het voor zover opgemaakt, daarop betrekking hebbende accountantsrapport, -----

        rekening en verantwoording afgelegd van het in het afgelopen boekjaar ------------------

        gevoerde financiële beheer; ----------------------------------------------------------------------------

    c.  het te voeren beleid bepaald; -------------------------------------------------------------------------

    d.  voorzien in vacatures; en ------------------------------------------------------------------------------

    e.  hetgeen verder op de agenda voor die vergadering, is vermeld, behandeld. ------------

3.  Alle vergaderingen van het bestuur worden, onder vermelding van plaats en tijdstip -----

    van de vergadering, alsmede van de voor die vergadering opgestelde agenda, door -----

    de zorg van de secretaris schriftelijk geconvoceerd. ------------------------------------------------

    Tenzij in deze statuten anders is bepaald, bedraagt de convocatietermijn ten minste -----

    zeven dagen, de dag van oproeping en die der vergadering daarbij niet ----------------------

    medegerekend. -----------------------------------------------------------------------------------------------

4.  Van het verhandelde in een vergadering worden door de secretaris of een ander door --

    de voorzitter van de vergadering aan te wijzen persoon notulen gehouden, welke in -----

    de daaropvolgende vergadering van het bestuur ter goedkeuring zullen worden -----------

    overgelegd en gearresteerd. ------------------------------------------------------------------------------

5.  De vergaderingen van het bestuur worden gepresideerd door de voorzitter of bij zijn ----

    ontstentenis of belet door een ander door de vergadering aan te wijzen bestuurslid. ------

6.  Tenzij in de vergadering van het bestuur alle in functie zijnde leden van het bestuur -----

    aanwezig zijn en zich unaniem met het tegendeel akkoord hebben verklaard, kunnen ---

    slechts over de op de voor die vergadering opgestelde agenda vermelde --------------------

    onderwerpen rechtsgeldige besluiten worden genomen. ------------------------------------------

    Alle besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen in een -----------

    vergadering waarin ten minste de helft van het totaal aantal in functie zijnde ----------------

    bestuursleden aanwezig is, tenzij deze statuten anders bepalen. -------------------------------

7.  Ieder lid van het bestuur heeft het recht op het uitbrengen van één stem. Blanco ---------

    stemmen en stemmen van onwaarde worden geacht niet te zijn uitgebracht. ---------------

8.  Stemming over zaken geschiedt mondeling of schriftelijk, die over personen ---------------

    schriftelijk met gesloten ongetekende briefjes tenzij niemand van de aanwezige -----------

    leden van het bestuur schriftelijke stemming verlangt. ---------------------------------------------

9.  Bij staken van stemmen over een voorstel omtrent zaken, wordt het voorstel geacht ----

    te zijn verworpen. Mocht bij een stemming over personen bij de eerste stemming ---------

    geen meerderheid worden verkregen, dan vindt een nieuwe stemming plaats. Indien ----

    ook dan geen meerderheid wordt verkregen zal bij een tussenstemming worden ----------

    belist tussen welke personen zal worden herstemd. ------------------------------------------------

    Staken bij een tussenstemming of herstemming de stemmen, dan beslist het lot. ----------

10. In spoedeisende gevallen, dit ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter, kunnen ----

    ook zonder het houden van een vergadering rechtsgeldige besluiten worden ---------------

    genomen, mits alle bestuursleden zich schriftelijk vóór het voorstel hebben -----------------

    verklaard. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

    Van een op deze wijze tot stand gekomen bestuursbesluit zal moeten worden -------------

    melding gemaakt in het notulenboek van de stichting, welke vermelding in de --------------

    eerstvolgende bestuursvergadering moet worden voorgelezen en gearresteerd. -----------

    Deze wijze van besluitvorming zal niet toepasselijk zijn op besluiten tot wijziging ----------

    der statuten of ontbinding der stichting. ----------------------------------------------------------------

11. Het ter vergadering door de voorzitter van die vergadering uitgesproken oordeel, dat ---

    door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. --------------------------------------

    Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dat oordeel de juistheid daarvan ---------

 

 

                                                                      5

 

    betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer een meerderheid der ------------

    vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk ------------

    geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. ---------------------------------------

    Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke ---------

    stemming. ------------------------------------------------------------------------------------------------------

12. In alle geschillen omtrent stemmen, niet bij deze statuten voorzien, beslist de ------------

    voorzitter van de vergadering. ----------------------------------------------------------------------------

BOEKJAAR, BEGROTING, REKENING EN VERANTWOORDING -------------------------------

Artikel 11. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. -----------------------------------------------------------

2.  Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles ---------

    betreffende de werkzaamheden van de stichting op zodanige wijze administratie te ------

    voeren en de daartoe behorende boeken en bescheiden en andere gegevensdragers ---

    op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen -----

    van de stichting kunnen worden afgeleid. --------------------------------------------------------------

3.  De penningmeester stelt vóór één oktober van elk jaar een begroting op van de ----------

    inkomsten en uitgaven van de stichting in het komend boekjaar. --------------------------------

    Vervolgens wordt die begroting zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden ----------

    aan het bestuur en tegelijkertijd ter kennismaking verzonden aan de hiervoor in -----------

    artikel 4 bedoelde benoemende organen. -------------------------------------------------------------

4.  De inrichting en presentatie van de begroting zal zoveel mogelijk in --------------------------

    overeenstemming dienen te zijn met de op dit punt door subsidiegevers van de -----------

    stichting eventueel gestelde wensen en eisen. -------------------------------------------------------

5.  Indien het bestuur zulks nodig oordeelt, laat het bestuur de door de penningmeester ----

    in de jaarvergadering over te leggen jaarrekening tijdig door een registeraccountant -----

    of een accountant-administratieconsulent onderzoeken. ------------------------------------------

6.  Vaststelling door het bestuur van de overgelegde jaarrekening strekt de --------------------

    penningmeester tot décharge, voor het door hem in het afgelopen boekjaar gevoerde ---

    beheer, voorzover dat uit de boeken blijkt. ------------------------------------------------------------

7.  Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en ---

    andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren, zodanig dat deze -----------

    gegevens gedurende de gehele bewaartijd binnen redelijke tijd volledig leesbaar ---------

    kunnen worden gemaakt. ----------------------------------------------------------------------------------

NADERE REGLEMENTEN -----------------------------------------------------------------------------------

Artikel 13. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  Het bestuur is bevoegd bij huishoudelijk reglement nadere regels te stellen omtrent -----

    al die onderwerpen waarvan het bestuur nadere regeling gewenst acht. ---------------------

2.  De bepalingen van dat reglement mogen niet in strijd zijn met de wet of deze -------------

    statuten. --------------------------------------------------------------------------------------------------------

STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING ----------------------------------------------------------------

Artikel 14. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  Tot wijziging van deze statuten of tot ontbinding der stichting kan slechts worden ---------

    besloten in een uitsluitend of mede daartoe gehouden vergadering van het bestuur, -----

    waarin het totaal aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of ---------------------------

    vertegenwoordigd is, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde deel van ----

    het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen. -----------------------------------------------------

2.  Is in de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vergadering niet het vereiste aantal -----

     bestuursleden aanwezig, dan zal binnen twee maanden daarna een nieuwe ---------------

 

 

                                                                  6

 

    vergadering worden gehouden, in welke vergadering – ongeacht het alsdan ----------------

    aanwezige aantal bestuursleden – de in het eerste lid van dit artikel bedoelde -------------

    besluiten kunnen worden genomen, mits met algemene stemmen. ----------------------------

3.  De vergaderingen als bedoeld in dit artikel moeten schriftelijk worden ------------------------

    geconvoceerd met inachtneming van een convocatietermijn van ten minste veertien -----

    dagen, de dag van oproeping en die der vergadering daarbij niet medegerekend. ---------

    Indien een voorstel tot statutenwijziging aan de orde wordt gesteld, dient de ----------------

    woordelijke tekst van die wijziging bij de convocatie te worden gevoegd. ---------------------

4.  Een statutenwijziging is eerst van kracht nadat die wijziging bij notariële akte is -----------

    geconstateerd. ------------------------------------------------------------------------------------------------

5.  Het bestuur is gehouden tot nakoming van het bepaalde in artikel 289 Boek 2 van -------

    het Burgerlijk Wetboek. -------------------------------------------------------------------------------------

6.  Indien tot ontbinding van de stichting wordt besloten, benoemt het bestuur tevens -------

    één of meer liquidateuren, waartoe het ook tijdens de liquidatie de bevoegdheid ----------

    behoudt. --------------------------------------------------------------------------------------------------------

    Het bestuur heeft de bevoegdheid één of meer liquidateuren te ontslaan. --------------------

7.  Het bestuur bepaalt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo, met --------

    dien verstande evenwel dat het saldo louter ter beschikking mag worden gesteld aan ----

    een instelling met een soortgelijke en/of aanverwante doelstelling als de ---------------------

    onderhavige stichting, en voorts enkel en alleen kan toekomen aan een instelling die ----

    gerangschikt is door de Belastingdienst als een algemeen nut beogende instelling, -------

    danwel een instelling die op grond van de alsdan geldende fiscale wetgeving geheel ----

    is vrijgesteld van de afdracht van schenk- en erfbelasting. ----------------------------------------

8.  Gedurende de liquidatie blijft de stichting bestaan, blijven haar statuten zoveel ------------

    mogelijk van kracht en blijft het bestuur in functie. --------------------------------------------------

    Aan de naam van de stichting zullen alsdan worden toegevoegd de woorden: “in ---------

    liquidatie”. ------------------------------------------------------------------------------------------------------

9.  Bij het einde van de liquidatie leggen de liquidateuren rekening en verantwoording ------

    af aan het bestuur. Zodra die rekening en verantwoording door het bestuur is --------------

    goedgekeurd en een eventueel batig liquidatiesaldo is uitgekeerd, is de stichting ----------

    ontbonden. -----------------------------------------------------------------------------------------------------

SLOTBEPALING -------------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 15. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------

1.  In alle gevallen waarin deze statuten of reglementen niet voorzien beslist het --------------

    bestuur. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

2.  Onder “schriftelijk” wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare ---------------------

    communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt. ----------------------

3.  Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizend dertien. ----------------

Tenslotte verklaarden de komparanten, dat het bestuur van de stichting voor de eerste -----

maal en voor onbepaalde tijd wordt gevormd door: ----------------------------------------------------

1.  mevrouw Maria Theresia Blankers-Kasbergen, wonende Sluisplein 37, 1191 GT ---------

    Ouderkerk aan de Amstel, geboren te Oudewater, op achtentwintig februari ----------------

    negentienhonderd vijftig, in het bezit van haar paspoort genummerd NW85BB3B8 --------

    als voorzitter; --------------------------------------------------------------------------------------------------

2.  de heer Cornelis Antonius Josephus Ammerlaan, wonende Sluisvaart 76, 1191 HE ------

    Ouderkerk aan de Amstel, geboren te Amsterdam op twaalf juni negentienhonderd ------

    vierendertig, in het bezit van zijn paspoort genummerd NU23LHPP4 en gehuwd, als -----

    penningmeester; ----------------------------------------------------------------------------------------------

 

 

                                                                        7

 

3.  de heer Jan Coevert, wonende Achterdijk 16A, 1191 JK Ouderkerk aan de Amstel, ------

    geboren te Ouder-Amstel op acht juni negentienhonderd negenenveertig, in het ----------

    bezit van zijn paspoort genummerd NYKJ0C405 en gehuwd, als secretaris; ----------------

4.  de heer Henricus Theodorus Cyprianus Maria Out, wonende Kerkstraat 1, 1191 JB -----

    Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel, geboren te Ouder-Amstel op --------

    zesentwintig september negentienhonderd vijftig, in het bezit van zijn paspoort ------------

    genummerd NM56J1316 en gehuwd, als lid; en -----------------------------------------------------

5.  mevrouw Anna Henrica Quirijnen-Cocx, wonende Wadenland 41, 1115 XD ----------------

    Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, geboren te Narvik op acht januari ------------------

    negentienhonderd vijfenveertig, in het bezit van haar paspoort genummerd -----------------

    NM049BCH8 en gehuwd. ----------------------------------------------------------------------------------

De komparanten zijn aan mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte -----------

betrokken komparanten is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en ------

daartoe bestemde documenten vastgesteld. -------------------------------------------------------------

WAARVAN AKTE IN MINUUT. -------------------------------------------------------------------------------

Verleden te Amstelveen op de datum in het hoofd dezer vermeld. Na zakelijke opgave -----

van en toelichting op de inhoud van deze akte aan de komparanten hebben deze ------------

verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige ----------

voorlezing daarvan geen prijs te stellen. ------------------------------------------------------------------

Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de komparanten -----------

ondertekend, waarna deze akte door mij, notaris, is ondertekend ----------------------------------

om dertien uur en vier minuten. ------------------------------------------------------------------------------

Was getekend door: R.P. Siekerman, P. van Schaik en mr. H. Bellaar ----------------------------

                                                                                        UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT






 

Share |