Statuten
Stichting Erfgoed Amstelland
Statuten
1
33.268/HB
STICHTING
Heden, negenentwintig augustus tweeduizend dertien, kompareerden voor mij, mr. ----------
Hendrik Bellaar, notaris te Amstelveen: --------------------------------------------------------------------
1. de heer Rudolf Pieter Siekerman, wonende Liendenhof 212, 1108 HN ---------------------
Amsterdam, geboren te Amsterdam op twaalf april negentienhonderd vierenveertig, -----
in het bezit van zijn paspoort genummerd NY9HJ0CF7 en gehuwd; en -----------------------
2. de heer Peter van Schaik, wonende Amsteldijk Zuid 107-A, 1186 VH Amstelveen, ------
geboren te Nieuwer-Amstel op éénentwintig november negentienhonderd -------------------
negenentwintig, in het bezit van zijn verlopen rijbewijs genummerd 4800237107, ---------
ongehuwd en niet gehuwd geweest, geen geregistreerd partner of als zodanig ------------
geregistreerd geweest. -------------------------------------------------------------------------------------
De komparanten verklaarden bij deze op te richten een stichting, welke met het daartoe ---
bestemd vermogen na te melden doel tracht te verwezenlijken en wordt geregeerd door de
volgende statuten, te weten: ----------------------------------------------------------------------------------
NAAM EN ZETEL -----------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 1. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. De stichting draagt de naam: “Stichting Erfgoed Amstelland”. ------------------------------
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Ouder-Amstel. -------------------------------------------------
DOEL EN MIDDELEN ------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 2. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. De stichting stelt zich ten doel het beschermen en voor publiek toegankelijk maken –----
en/of houden van voor de historie van het middeleeuws grondgebied van Ouder ----------
Amstel van belang zijnde goederen en het bij de inwoners van voormeld --------------------
grondgebied bevorderen van belangstelling voor onder- en bovengronds erfgoed in ------
hun leefomgeving. -------------------------------------------------------------------------------------------
De stichting heeft geen winstoogmerk. -----------------------------------------------------------------
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken: -------------------------------------
a. door het verwerven, beheren en exploiteren van goederen welke in het kader ---------
van haar doelstelling bescherming behoeven, waartoe bij de aanvang van de -----------
stichting behoort de verwerving van een schilderij op paneel, voorstellende --------------
“Gezicht op de Kerk en de Lange Brug te Ouderkerk” toegeschreven aan ----------------
Jacobus Storck en vervaardigd in het derde kwart van de zeventiende eeuw; -----------
b. door het voor publiek toegankelijk maken van de aan de stichting toebehorende ------
goederen, door middel van het tentoon- of openstellen; ----------------------------------------
c. door het leggen en onderhouden van contacten met derden die een aan het doel -----
der stichting rakend belang nastreven; --------------------------------------------------------------
d. door het verwerven, beheren en exploiteren van financiële middelen en andere -------
goederen, welke in het kader van haar doelstelling worden aangewend; en --------------
e. met alle andere wettige middelen, welke – naar het oordeel van haar bestuur - --------
tot het bereiken van het door haar gestelde doel bevorderlijk kunnen zijn. ----------------
GELDMIDDELEN ------------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 3. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2
1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: -------------------------------------------------------
a. vergoedingen, subsidies en donaties; --------------------------------------------------------------
b. schenkingen, legaten en erfstellingen, welke laatste uitsluitend onder het ---------------
voorrecht van boedelbeschrijving kunnen worden aanvaard; ---------------------------------
c. inkomsten uit eigen vermogen; en -------------------------------------------------------------------
d. de eventuele andere – haar toevallende – baten. -----------------------------------------------
2. De aan de stichting opkomende schenkingen, legaten en erfstellingen, waaraan ---------
bijzondere voorwaarden en/of lasten zijn verbonden, kunnen slechts door haar ------------
worden aanvaard bij besluit van haar bestuur, genomen met algemene stemmen. --------
BESTUUR ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 4. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit een door haar bestuur te --
bepalen aantal – van ten minste vijf – natuurlijke personen, die op na te melden wijze ---
worden benoemd en geen bloed- of aanverwant van elkander zijn, te weten: ---------------
a. één lid benoemd door de Gemeente Ouder-Amstel; --------------------------------------------
b. één lid benoemd door de Historische Vereniging Wolfgerus van Aemstel; ---------------
c. één lid benoemd door de Stichting Historisch Museum Ouder-Amstel; --------------------
d. één lid benoemd door de Stichting Promotie Ouder-Amstel; en -----------------------------
e. één lid benoemd door het Cultuurplatform Ouder-Amstel. ------------------------------------
2. De benoeming van de hiervoor in lid 1 bedoelde bestuurders geschiedt voor een ---------
periode van vier jaren. --------------------------------------------------------------------------------------
Het bestuur stelt een rooster van aftreden vast, krachtens hetwelk elk jaar één ------------
bestuurslid aftreedt. ------------------------------------------------------------------------------------------
De aftredende is terstond door het desbetreffende hiervoor in lid 1 bedoelde ---------------
benoemend orgaan eenmaal opnieuw benoembaar. -----------------------------------------------
Het bestuur blijft wettig geconstitueerd ook al is zijn ledental tijdelijk beneden het ---------
aantal van vijf gedaald. -------------------------------------------------------------------------------------
3. Tenzij het bestuur anders besluit, wordt in ontstane vacatures door de zorg van het ------
bestuur zo spoedig mogelijk door het desbetreffende benoemend orgaan voorzien, ------
met dien verstande evenwel dat een door het bestuur ontslagen bestuurslid niet ----------
opnieuw kan worden benoemd. Het bestuur zal echter alleen kunnen besluiten in ---------
een vacature niet te voorzien, indien het bestuur ten minste uit vijf leden bestaat.----------
4. Het bestuur kan één of meer personen uitnodigen om als adviserend lid toe te treden --
tot het bestuur. Adviserende leden hebben geen stemrecht. -------------------------------------
Artikel 5. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bestuursleden genieten geen beloning voor hun werkzaamheden alszodanig. Zij kunnen --
zonodig recht doen gelden op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun -------
functie te maken kosten. ---------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 6. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door: ---------------------------------------------------------
a. overlijden; -----------------------------------------------------------------------------------------------------
b. bedanken, hetgeen door het desbetreffende bestuurslid door middel van een -------------
schriftelijke kennisgeving gericht aan het bestuur dient te geschieden; ------------------------
c. faillissement, ondercuratele- of onderbewindstelling; ----------------------------------------------
d. periodiek aftreden; ------------------------------------------------------------------------------------------
e. ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuurders; en -------------------------------
f. ontslag door de rechtbank op grond van artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk --------------
Wetboek. -------------------------------------------------------------------------------------------------------
3
Artikel 7. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Tot ontslag van een bestuurslid kan worden besloten in een uitsluitend of mede ----------
daartoe gehouden bestuursvergadering, waarin - afgezien van het desbetreffende lid ----
- allen aanwezig zijn. Het besluit tot ontslag dient te worden genomen met een ------------
meerderheid van ten minste twee/derde gedeelte der geldig uitgebrachte stemmen. -----
2. Is in voorbedoelde vergadering niet het vereiste aantal bestuursleden aanwezig, dan ---
zal binnen één maand daarna een tweede vergadering worden gehouden, waarin --------
ongeacht het alsdan aanwezige aantal bestuursleden het besluit tot ontslag kan ----------
worden genomen, mits met algemene stemmen. ----------------------------------------------------
3. Een bestuurslid, wiens ontslag aan de orde is gesteld, zal in de gelegenheid worden ----
gesteld om zich in de desbetreffende vergadering(en) te verantwoorden en/of te ----------
verdedigen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------
Indien het desbetreffende bestuurslid in voorbedoelde vergadering aanwezig is, zal ------
hij aan bedoelde stemmingen niet kunnen deelnemen. --------------------------------------------
TAAK EN BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR ----------------------------------------------------
Artikel 8. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Het bestuur behartigt de belangen van de stichting in de ruimste zin van het woord ------
en is, met inachtneming van de bepalingen van deze statuten, bevoegd tot het ------------
verrichten van alle daden van beheer en beschikking. ---------------------------------------------
Het bestuur is mitsdien ook bevoegd te besluiten tot het aangaan van ------------------------
overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen --------
en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of --------------
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot ---------
zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. ---------------------------------------
2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een -----------------------
penningmeester. Beide laatstgenoemde functies zijn in één persoon verenigbaar. ---------
3. Het bestuur kan, onder nader door dat bestuur te stellen voorwaarden, één of meer -----
van zijn bevoegdheden delegeren aan een of meer door het bestuur in te stellen ---------
commissies. ---------------------------------------------------------------------------------------------------
DAGELIJKSE LEIDING EN VERTEGENWOORDIGING ---------------------------------------------
Artikel 9. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. De voorzitter en secretaris zijn belast met de dagelijkse leiding van de stichting en ------
met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het bestuur. -------------------------
2. De stichting wordt vertegenwoordigd door haar bestuur. -----------------------------------------
Bovendien kan de stichting worden vertegenwoordigd door twee leden van het ------------
bestuur gezamenlijk, bij voorkeur de voorzitter en secretaris, doch uitsluitend ter ----------
uitvoering van door het bestuur genomen besluiten. ------------------------------------------------
VERGADERINGEN ---------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 10. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of een ander lid van het bestuur -------
dit nodig acht, doch ten minste twee maal per jaar en in elk geval éénmaal binnen --------
zes maanden na afloop van het boekjaar. -------------------------------------------------------------
2. In de binnen zes maanden na afloop van het boekjaar te houden vergadering van het --
bestuur - genaamd: "de jaarvergadering" - wordt: ---------------------------------------------------
a. door de secretaris verslag uitgebracht over de gang van zaken in het afgelopen ------
boekjaar; ----------------------------------------------------------------------------------------------------
b. door de penningmeester, onder overlegging van de jaarrekening, omvattende ---------
een balans en een resultatenrekening en een toelichting op die cijfers, zomede --------
4
van het voor zover opgemaakt, daarop betrekking hebbende accountantsrapport, -----
rekening en verantwoording afgelegd van het in het afgelopen boekjaar ------------------
gevoerde financiële beheer; ----------------------------------------------------------------------------
c. het te voeren beleid bepaald; -------------------------------------------------------------------------
d. voorzien in vacatures; en ------------------------------------------------------------------------------
e. hetgeen verder op de agenda voor die vergadering, is vermeld, behandeld. ------------
3. Alle vergaderingen van het bestuur worden, onder vermelding van plaats en tijdstip -----
van de vergadering, alsmede van de voor die vergadering opgestelde agenda, door -----
de zorg van de secretaris schriftelijk geconvoceerd. ------------------------------------------------
Tenzij in deze statuten anders is bepaald, bedraagt de convocatietermijn ten minste -----
zeven dagen, de dag van oproeping en die der vergadering daarbij niet ----------------------
medegerekend. -----------------------------------------------------------------------------------------------
4. Van het verhandelde in een vergadering worden door de secretaris of een ander door --
de voorzitter van de vergadering aan te wijzen persoon notulen gehouden, welke in -----
de daaropvolgende vergadering van het bestuur ter goedkeuring zullen worden -----------
overgelegd en gearresteerd. ------------------------------------------------------------------------------
5. De vergaderingen van het bestuur worden gepresideerd door de voorzitter of bij zijn ----
ontstentenis of belet door een ander door de vergadering aan te wijzen bestuurslid. ------
6. Tenzij in de vergadering van het bestuur alle in functie zijnde leden van het bestuur -----
aanwezig zijn en zich unaniem met het tegendeel akkoord hebben verklaard, kunnen ---
slechts over de op de voor die vergadering opgestelde agenda vermelde --------------------
onderwerpen rechtsgeldige besluiten worden genomen. ------------------------------------------
Alle besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen in een -----------
vergadering waarin ten minste de helft van het totaal aantal in functie zijnde ----------------
bestuursleden aanwezig is, tenzij deze statuten anders bepalen. -------------------------------
7. Ieder lid van het bestuur heeft het recht op het uitbrengen van één stem. Blanco ---------
stemmen en stemmen van onwaarde worden geacht niet te zijn uitgebracht. ---------------
8. Stemming over zaken geschiedt mondeling of schriftelijk, die over personen ---------------
schriftelijk met gesloten ongetekende briefjes tenzij niemand van de aanwezige -----------
leden van het bestuur schriftelijke stemming verlangt. ---------------------------------------------
9. Bij staken van stemmen over een voorstel omtrent zaken, wordt het voorstel geacht ----
te zijn verworpen. Mocht bij een stemming over personen bij de eerste stemming ---------
geen meerderheid worden verkregen, dan vindt een nieuwe stemming plaats. Indien ----
ook dan geen meerderheid wordt verkregen zal bij een tussenstemming worden ----------
belist tussen welke personen zal worden herstemd. ------------------------------------------------
Staken bij een tussenstemming of herstemming de stemmen, dan beslist het lot. ----------
10. In spoedeisende gevallen, dit ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter, kunnen ----
ook zonder het houden van een vergadering rechtsgeldige besluiten worden ---------------
genomen, mits alle bestuursleden zich schriftelijk vóór het voorstel hebben -----------------
verklaard. -------------------------------------------------------------------------------------------------------
Van een op deze wijze tot stand gekomen bestuursbesluit zal moeten worden -------------
melding gemaakt in het notulenboek van de stichting, welke vermelding in de --------------
eerstvolgende bestuursvergadering moet worden voorgelezen en gearresteerd. -----------
Deze wijze van besluitvorming zal niet toepasselijk zijn op besluiten tot wijziging ----------
der statuten of ontbinding der stichting. ----------------------------------------------------------------
11. Het ter vergadering door de voorzitter van die vergadering uitgesproken oordeel, dat ---
door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. --------------------------------------
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dat oordeel de juistheid daarvan ---------
5
betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer een meerderheid der ------------
vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk ------------
geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. ---------------------------------------
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke ---------
stemming. ------------------------------------------------------------------------------------------------------
12. In alle geschillen omtrent stemmen, niet bij deze statuten voorzien, beslist de ------------
voorzitter van de vergadering. ----------------------------------------------------------------------------
BOEKJAAR, BEGROTING, REKENING EN VERANTWOORDING -------------------------------
Artikel 11. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. -----------------------------------------------------------
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles ---------
betreffende de werkzaamheden van de stichting op zodanige wijze administratie te ------
voeren en de daartoe behorende boeken en bescheiden en andere gegevensdragers ---
op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen -----
van de stichting kunnen worden afgeleid. --------------------------------------------------------------
3. De penningmeester stelt vóór één oktober van elk jaar een begroting op van de ----------
inkomsten en uitgaven van de stichting in het komend boekjaar. --------------------------------
Vervolgens wordt die begroting zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden ----------
aan het bestuur en tegelijkertijd ter kennismaking verzonden aan de hiervoor in -----------
artikel 4 bedoelde benoemende organen. -------------------------------------------------------------
4. De inrichting en presentatie van de begroting zal zoveel mogelijk in --------------------------
overeenstemming dienen te zijn met de op dit punt door subsidiegevers van de -----------
stichting eventueel gestelde wensen en eisen. -------------------------------------------------------
5. Indien het bestuur zulks nodig oordeelt, laat het bestuur de door de penningmeester ----
in de jaarvergadering over te leggen jaarrekening tijdig door een registeraccountant -----
of een accountant-administratieconsulent onderzoeken. ------------------------------------------
6. Vaststelling door het bestuur van de overgelegde jaarrekening strekt de --------------------
penningmeester tot décharge, voor het door hem in het afgelopen boekjaar gevoerde ---
beheer, voorzover dat uit de boeken blijkt. ------------------------------------------------------------
7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en ---
andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren, zodanig dat deze -----------
gegevens gedurende de gehele bewaartijd binnen redelijke tijd volledig leesbaar ---------
kunnen worden gemaakt. ----------------------------------------------------------------------------------
NADERE REGLEMENTEN -----------------------------------------------------------------------------------
Artikel 13. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Het bestuur is bevoegd bij huishoudelijk reglement nadere regels te stellen omtrent -----
al die onderwerpen waarvan het bestuur nadere regeling gewenst acht. ---------------------
2. De bepalingen van dat reglement mogen niet in strijd zijn met de wet of deze -------------
statuten. --------------------------------------------------------------------------------------------------------
STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING ----------------------------------------------------------------
Artikel 14. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Tot wijziging van deze statuten of tot ontbinding der stichting kan slechts worden ---------
besloten in een uitsluitend of mede daartoe gehouden vergadering van het bestuur, -----
waarin het totaal aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of ---------------------------
vertegenwoordigd is, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde deel van ----
het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen. -----------------------------------------------------
2. Is in de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vergadering niet het vereiste aantal -----
bestuursleden aanwezig, dan zal binnen twee maanden daarna een nieuwe ---------------
6
vergadering worden gehouden, in welke vergadering – ongeacht het alsdan ----------------
aanwezige aantal bestuursleden – de in het eerste lid van dit artikel bedoelde -------------
besluiten kunnen worden genomen, mits met algemene stemmen. ----------------------------
3. De vergaderingen als bedoeld in dit artikel moeten schriftelijk worden ------------------------
geconvoceerd met inachtneming van een convocatietermijn van ten minste veertien -----
dagen, de dag van oproeping en die der vergadering daarbij niet medegerekend. ---------
Indien een voorstel tot statutenwijziging aan de orde wordt gesteld, dient de ----------------
woordelijke tekst van die wijziging bij de convocatie te worden gevoegd. ---------------------
4. Een statutenwijziging is eerst van kracht nadat die wijziging bij notariële akte is -----------
geconstateerd. ------------------------------------------------------------------------------------------------
5. Het bestuur is gehouden tot nakoming van het bepaalde in artikel 289 Boek 2 van -------
het Burgerlijk Wetboek. -------------------------------------------------------------------------------------
6. Indien tot ontbinding van de stichting wordt besloten, benoemt het bestuur tevens -------
één of meer liquidateuren, waartoe het ook tijdens de liquidatie de bevoegdheid ----------
behoudt. --------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het bestuur heeft de bevoegdheid één of meer liquidateuren te ontslaan. --------------------
7. Het bestuur bepaalt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo, met --------
dien verstande evenwel dat het saldo louter ter beschikking mag worden gesteld aan ----
een instelling met een soortgelijke en/of aanverwante doelstelling als de ---------------------
onderhavige stichting, en voorts enkel en alleen kan toekomen aan een instelling die ----
gerangschikt is door de Belastingdienst als een algemeen nut beogende instelling, -------
danwel een instelling die op grond van de alsdan geldende fiscale wetgeving geheel ----
is vrijgesteld van de afdracht van schenk- en erfbelasting. ----------------------------------------
8. Gedurende de liquidatie blijft de stichting bestaan, blijven haar statuten zoveel ------------
mogelijk van kracht en blijft het bestuur in functie. --------------------------------------------------
Aan de naam van de stichting zullen alsdan worden toegevoegd de woorden: “in ---------
liquidatie”. ------------------------------------------------------------------------------------------------------
9. Bij het einde van de liquidatie leggen de liquidateuren rekening en verantwoording ------
af aan het bestuur. Zodra die rekening en verantwoording door het bestuur is --------------
goedgekeurd en een eventueel batig liquidatiesaldo is uitgekeerd, is de stichting ----------
ontbonden. -----------------------------------------------------------------------------------------------------
SLOTBEPALING -------------------------------------------------------------------------------------------------
Artikel 15. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. In alle gevallen waarin deze statuten of reglementen niet voorzien beslist het --------------
bestuur. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. Onder “schriftelijk” wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare ---------------------
communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt. ----------------------
3. Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizend dertien. ----------------
Tenslotte verklaarden de komparanten, dat het bestuur van de stichting voor de eerste -----
maal en voor onbepaalde tijd wordt gevormd door: ----------------------------------------------------
1. mevrouw Maria Theresia Blankers-Kasbergen, wonende Sluisplein 37, 1191 GT ---------
Ouderkerk aan de Amstel, geboren te Oudewater, op achtentwintig februari ----------------
negentienhonderd vijftig, in het bezit van haar paspoort genummerd NW85BB3B8 --------
als voorzitter; --------------------------------------------------------------------------------------------------
2. de heer Cornelis Antonius Josephus Ammerlaan, wonende Sluisvaart 76, 1191 HE ------
Ouderkerk aan de Amstel, geboren te Amsterdam op twaalf juni negentienhonderd ------
vierendertig, in het bezit van zijn paspoort genummerd NU23LHPP4 en gehuwd, als -----
penningmeester; ----------------------------------------------------------------------------------------------
7
3. de heer Jan Coevert, wonende Achterdijk 16A, 1191 JK Ouderkerk aan de Amstel, ------
geboren te Ouder-Amstel op acht juni negentienhonderd negenenveertig, in het ----------
bezit van zijn paspoort genummerd NYKJ0C405 en gehuwd, als secretaris; ----------------
4. de heer Henricus Theodorus Cyprianus Maria Out, wonende Kerkstraat 1, 1191 JB -----
Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel, geboren te Ouder-Amstel op --------
zesentwintig september negentienhonderd vijftig, in het bezit van zijn paspoort ------------
genummerd NM56J1316 en gehuwd, als lid; en -----------------------------------------------------
5. mevrouw Anna Henrica Quirijnen-Cocx, wonende Wadenland 41, 1115 XD ----------------
Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, geboren te Narvik op acht januari ------------------
negentienhonderd vijfenveertig, in het bezit van haar paspoort genummerd -----------------
NM049BCH8 en gehuwd. ----------------------------------------------------------------------------------
De komparanten zijn aan mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte -----------
betrokken komparanten is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en ------
daartoe bestemde documenten vastgesteld. -------------------------------------------------------------
WAARVAN AKTE IN MINUUT. -------------------------------------------------------------------------------
Verleden te Amstelveen op de datum in het hoofd dezer vermeld. Na zakelijke opgave -----
van en toelichting op de inhoud van deze akte aan de komparanten hebben deze ------------
verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige ----------
voorlezing daarvan geen prijs te stellen. ------------------------------------------------------------------
Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de komparanten -----------
ondertekend, waarna deze akte door mij, notaris, is ondertekend ----------------------------------
om dertien uur en vier minuten. ------------------------------------------------------------------------------
Was getekend door: R.P. Siekerman, P. van Schaik en mr. H. Bellaar ----------------------------
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT