Militaire bouwwerken
Al meer dan 350 jaar is sprake van militaire activiteit in Ouder-Amstel. Ouderkerk en Duivendrecht maakten deel uit van de Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. De Elimkerk en de pastorie zijn de meest zichtbare overblijfselen.
-
Al meer dan 350 jaar is sprake van militaire activiteit in Ouder-Amstel. Ouderkerk en Duivendrecht maakten deel uit van de Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. De Elimkerk en de pastorie zijn de meest zichtbare overblijfselen.52.2950181429 4.90753710105
- Verdwenen Monumenten
Het hele gebied vanaf de hoek van de Koningin Wilhelminalaan tot aan de Elimkerk was tot ca. 1960 officieel militair terrein, lokaal nu nog steeds bekend als het Sectorpark. Tegenwoordig zijn de enige zichtbare herinneringen aan dit militaire Sectorpark de Elimkerk en de woning van de predikant ernaast. Verder staan er nog voormalige munitiedepots langs de Amstel bij Rondehoep West (nr. 34) en Binnenweg (nr. 12).
Klik hier voor meer foto's....
Sectorpark
De benaming Sectorpark is te danken aan de Stelling van Amsterdam. Tussen 1880 en 1920 werd de Stelling van Amsterdam ingericht als verdedigingsgordel rond de hoofdstad en als nationaal reduit, als laatste verdedigingslinie dus. De Stelling was in vier sectoren verdeeld. Elke sector had een eigen opslagplaats: Sectorpark geheten. De opslag van de zuidelijke sector was in Ouderkerk: Sectorpark Ouderkerk, Afdeling Materieel.
De vroegere Hekmanschool, het schoolmeesterhuis (Koningin Julianalaan 2), de Elimkerk (nr. 24) en de pastorie (nr. 22) stonden ooit allemaal in het Sectorpark. De Elimkerk (1937) is gebouwd als militaire zoeklichtenloods, tevens opslagplaats van materieel. De zoeklichtenloods werd na 1945 gebruikt als garage. In 1983 werd de stenen loods verbouwd tot kerk en in 1984 in gebruik genomen. De conducteurswoning (ca. 1902) ernaast is nu pastorie voor de predikant van de Elimkerk. De conducteur was verantwoordelijk voor het onderhoud van het geschut. In de conducteurswoning werden soms ook soldaten ondergebracht.
Rampjaar 1672
De militaire aanwezigheid in Ouder-Amstel begint in het rampjaar 1672, bij de bouw van de Hollandse Waterlinie. Om te voorkomen dat de Franse troepen Holland zouden binnenvallen, werd een waterlinie aangelegd tussen Muiden aan de Zuiderzee en Gorinchem aan de Merwede. Door het land onder water te zetten (inunderen) werd troepenverplaatsing bijna onmogelijk gemaakt. In de omgeving Ouderkerk werden twee ‘Posten’ gemaakt, bij de Voetangel en in Ouderkerk. Die laatste bestond uit twee delen aan weerskanten van de Bullewijk, ter hoogte van de Bindelwijk en boerderij Zorg en Hoop (Rondehoep Oost 13). De waterlinie was direct een succes, want het lukte de Franse troepen, die Waverveen al hadden bezet, niet om Amsterdam te bereiken. De waterlinie en de inundaties bleken een effectieve verdediging. Holland was gered. In de jaren daarna werd de linie verder versterkt met nieuwe verdedigingswerken.
Pruisen
In 1787 vielen de Pruisen Holland binnen. Tussen Patriotten en Oranjegezinden waren de spanningen hoog opgelopen. De aanhang van Prins Willem V riep de hulp van het Pruisische leger in. In eerste instantie waren de Patriotten nauwelijks partij voor de Pruisen. Toen de Patriotten de toegangswegen naar Amsterdam met aarden wallen versterkten, ging het beter. Bij Ouderkerk werden vier batterijen (geschutsopstellingen) opgeworpen.
Kraijenhoff
Tijdens de Franse tijd (1795-1814) maakte waterbouwkundig ingenieur en militair C.R.T. Krayenhoff in 1805 een plan om Amsterdam te verdedigen met een waterlinie rondom. Vanaf 1806 werden verdedigingswerken langs de toegangswegen gebouwd, later de Posten van Krayenhoff genoemd, later ook wel aangeduid als de Oude Stelling van Amsterdam. Post nummer 10 in Ouderkerk, aangelegd tussen 1806-1810, bestond uit batterijen aan weerskanten van de Bullewijk, op dezelfde plek als de oude Post van de waterlinie. De Post werd pas opgeheven in 1926. Aan de Amstel bij fabriek De Oude Molen was ook een Post (nummer 11). Links en rechts van het water was een magazijncomplex met batterijen. Het zou ook gebruikt zijn voor de opslag van zwaar kaliber granaten. In 1940 bestond het uit vijf magazijnen en één woning, die nog steeds aanwezig zijn aan de Rondehoep West.
Bij de Duivendrechtse Brug was Post 22, opgeheven in 1922. Ook het verdwenen Fort Bijlmer (ook Fort Duivendrecht, officieel Fort in den Laander- en Westbijlmerpolder), dat tot 1968 langs de Rijksstraatweg ter hoogte van de Bijlmerringdijk stond, was gesitueerd op de plaats van één van de Posten van Krayenhoff en onderdeel van de militaire sector Ouderkerk (Post nummer 9). Tussen Ouderkerk en de Bijlmermeerpolder liep een inundatiekade met daarop de Ouderkerkerlaan en de Zwarte Weg.
Nieuwe Hollands Waterlinie
Vanaf 1815 werd oostelijk van Utrecht een geheel nieuwe verdedigingslinie ingericht, die vanaf 1871 officieel de Nieuwe Hollandse Waterlinie heette. Deze Nieuwe Hollandse Waterlinie is een belangrijke verdedigingslinie uit de Nederlandse geschiedenis. De waterlinie beschermde een groot deel van Holland en de stad Utrecht. De waterlinie is in gebruik geweest van 1870 tot 1945.
Stelling van Amsterdam
Tussen 1880 en 1920 de Stelling van Amsterdam aangelegd. De grens ervan loopt precies zuidelijk om de gemeente Ouder-Amstel heen. De oostgrens van de inundaties wordt gevormd door Waver en Holendrecht. De materieelopslag van de zuidelijke sector was in Ouderkerk. De munitieopslag was in Fort Bijlmer. In 1921 werden de sectoren opgeheven en sprak men officieel voortaan van Stellingpark. In 1939 zijn in Ouderkerk nog een paar nieuwe geniegebouwen opgericht, maar het terrein is na de oorlog weer opgeruimd. Tijdens de 2e WO was hier enige tijd een Duitse legerafdeling gevestigd. Na 1945 werd het Sectorpark in Ouderkerk niet meer gebruikt. Begin jaren ’60 droeg Defensie het terrein over aan de gemeente Ouder-Amstel.
De Stelling van Amsterdam behoort al vanaf 1996 tot het UNESCO Werelderfgoed. Daar is in juli 2021 de Nieuwe Hollandse Waterlinie bijgekomen.