1522
22 April. Het Hof van Hollandt, door de Regeering van Amstelredamme onderricht, dat eenige burgers, die wel buiten deze stad maar nog binnen hare vrijheid van honderd roeden wonen en alzoo ook in hare lasten deelen, zijn aangesproken door den waarsman van Aemsterveen om contributiën, als behoorden zij tot dit dorp, beveelt den Raad Jan Benninck, om dien waarsman voor zich te roepen, ten einde naar de zaak in geschil onderzoek te doen en deze, zoo mogelijk, in der minne te schikken. Gelukt dit echter niet, dan moet de zaak in handen van den Keizer, als Souverein, gesteld worden. In welk geval Jan Benninck gelast wordt, om de beide partijen in den Hage te dagvaarden en de noodige informatiën met proces-verbaal derwaarts op te zenden.
Brief op perkament, met het zegel van Justitie in rood was. Gegeven in den Hage opten XXIIen dach in April int jaer ons Heeren duysent vyffhondert twee ende twintich nae paesschen.
S0001