1451
De Pastoor van Amstelveen beweert, dat de broeders van het Karthuizerklooster buiten Amsterdam, onder zijn gezag behooren, tot bewijs hiervan aanvoerende, dat hij op de eerste bladzijde van zijn missaal geschreven vindt: "De Karthuizers bij Amsterdam zijn onder de cure mijner parochie." De broeders rekenen zich echter te staan onder de bescherming van Deken en Kanunniken der Hofkapel te 's-Gravenhage, nadat het Kapittel hen op den 2den December dezes jaars, heeft doen aanzeggen, dat het voornemens was, na verloop van dit jaar, het klooster te handhaven onder het Kerkelijk rechtsgebied der Parochiekerk van Amsterdam, waarover de Hofkapel verklaart, het patronaat aan zich te behouden, zoolang een ander geen beter recht daarop kan aanwijzen.
S0001