1390
1390. St. Bartholomeusdag (Aug. 25)
Voor Willem Wouter en Claes, Dirc Heynenz., schepenen in der Nyer-Aemstel, verklaart Ghert Jacop Janssoensz. schuldig te wezen aan Claes Hermansz. 3 oude vr. scilden jaarlijksche renten, die staan zullen tot een ewelike pacht op drie akkers land, daar Ghert nu ter tijd op woont, en die gelegen zijn boven der Weteringhe -; te betalen alle jaar; en dede hij dit niet, so zijn deze drie akkers aan Claes verstaan, om naar zijn vrijen wil mede te doen, als met zijn vrij eyghen goed; en uit dit land zal Ghert niet meer turf graven dan jaarlijks zijn barninghe en niet meer zoeden dan twee maden lands ; en hier waren an en over de lende en de seven van den lande, zijnde Godevaert Zvittersz., Pieter Allert, Wedighe Symonsz., Voppe Godevaertsz., Heyne Gerlofsz, Pieter Trudenz. en Jan, Tydeman Nellenszoensz. ; en deze grefte, beide van turven en van zoeden, zal wezen uter heelre saete, onderdeelt.
S0001